Keisse duidt de wegpiraten van de Zesdaagses aan: "Zij kwakten wél, ik zou nooit iemand in gevaar brengen"

“De eerste dag was het ook bijna van dat. De Engelsman Oliver Wood werd in een aflossing bijna van zijn fiets getrokken. Hij kwam, zoals ze het in het Gents zeggen, met zijn ballen op zijn buis terecht. Maar door die vaste pion kun je je benen niet stilhouden. Normaal lig je dan meteen tegen de grond", aldus Keisse in Het Nieuwsblad.

"Maar hij kon terug op zijn zadel springen en doorrijden. Een geluk, want hij zat in het midden van het peloton. Er kon een massale valpartij ontstaan zijn.”

Er zijn regels onderling om valpartijen te vermijden. "In Gent is de afspraak: als je afgelost bent, blijf je zo laag mogelijk. Als je niet in de wedstrijd bent, zo hoog mogelijk. In wereldbekers gebeurt het dat een afgeloste renner op de rode lijn gaat rijden. Zodat het peloton hem voorbij moet. Die truken worden in zesdaagsen niet toegepast.”

Op een WK worden de kanten eraf gereden

"Op een WK worden de kanten eraf gereden. Dan wordt er al snel een kwak gegeven. In de Zesdaagsen gebeurt dat niet vaak, iedereen rijdt daar voor zijn broodwinning. Je wil niet dat er iemand valt door jouw schuld.”

Toch zijn er die zich daar niet aan houden. “Ik had altijd problemen met Leon van Bon en Franco Marvulli, die kwakten wél. Ik kon daar moeilijk mee om. Ikzelf zal nooit iemand in gevaar brengen. Dat is ook de grootste regel in de Zesdaagsen.”