Lars van der Haar ambitieus en tegelijk realistisch voor EK: "Overal waar ik goed uit de voeten kan, komt Mathieu nog beter uit de verf"

Net als vorig seizoen zijn twee renners overal favoriet waar ze aan de start komen. "Ik denk dat Mathieu van der Poel en Wout Van Aert er normaal gezien bovenuit steken, maar ik kan wel voor het podium mee doen en op die plek op het ereschavot ben ik dan ook gebrand", vertelt van der Haar op de website van de organisatie. "Vorig jaar was ik tweede in Tabor en ik hoop opnieuw op een medaille."

In Gieten moest van der Haar naast de 'grote twee' ook Toon Aerts laten voorgaan. "Ik had het gevoel dat het podium erin zat, maar we kwamen met een groepje te rijden voor de derde plaats. Mijn ploeggenoot Toon Aerts deed het slim, hij viel aan en ik kon moeilijk het gat dichtrijden."

"Jammer dat het geen plek op het podium werd, maar ik heb wel gemerkt dat het er in één van de komende crossen een keer in kan zitten. Ik hoop in ieder geval op het podium te staan bij het EK in Rosmalen, net als me vorig jaar lukte in Tabor", hoopt de crosser van Telenet Fidea.

Sterke Mathieu en Wout

Van der Poel is ook dit jaar 'outstanding'. "Het probleem is dat overal waar ik goed uit de voeten kan, Mathieu nog beter uit de verf komt. Ook Wout van Aert is van hoog niveau. Voorlopig denk ik daarom vooral aan de derde plekken als het hoogst haalbare", blijft van der Haar nuchter. 

Van der Haar was in 2015 in eigen land (Huijbergen) de eerste Europese kampioen. "Ik denk dat het Europees Kampioenschap voor profs de afgelopen jaren snel aan waarde heeft gewonnen, al is het nog altijd niet zo groot als een WK of een klassement winnen. Maar natuurlijk verschilt de concurrentie nauwelijks van dat van een wereldkampioenschap. Je moet zo’n wedstrijd ook tijd geven", beseft hij.