Eén grote bedenking bij Belgisch kampioenschap op de weg, met alle gevolgen van dien

Op zondag staat het Belgisch kampioenschap op de weg voor elite mannen en vrouwen op het programma, met als decor de Henegouwse stad Binche.

Deze historische carnavalsstad is geen onbekende in het wielerpeloton: eerder verwelkomde ze al de Tour de France en vorig jaar vond hier het BK tijdrijden plaats.

De mannen starten om 12:00 uur voor een uitdagend parcours van 230 kilometer, goed voor zo’n 2.000 hoogtemeters, al is het ook niet overdreven zwaar.

Parcours van BK is slechts 230 kilometer lang

De route begint met een grote lus richting de Meren van de Eau d’Heure en keert via Cerfontaine en Rance terug naar Binche. Daarna volgen zeven lokale rondes van elk 13,7 kilometer, met telkens 137 hoogtemeters. De Petit Poggio, een helling van 700 meter aan 6,4%, is de steilste beklimming van de dag.

Sep Vanmarcke verkende het parcours en houdt één grote bedenking over. “Het BK is slechts 230 kilometer lang. Vroeger waren kampioenschappen altijd 260 kilometer lang, maar ze zijn daar enkele jaren geleden vanaf gestapt ‘zodat het voor iedereen haalbaar wordt’”, klinkt het.

En dat is ook het geval, zo besluit Vanmarcke. “Inderdaad, 230 kilometer kan elke renner tegenwoordig aan. Zeker op dit parcours zullen er héél weinig renners zijn die zich op voorhand kansloos achten.”