Sep Vanmarcke schuift naar voren wie Belgisch kampioen kan worden: "Die laatste kilometer"
© photonews
Zondag wordt in Binche het Belgisch kampioenschap op de weg gereden. Het zou wel eens een spektakelstuk kunnen worden tot aan de finish.
Het parcours van het Belgisch kampioenschap lijkt op het eerste gezicht weinig om het lijf te hebben, maar de laatste kilometer zou wel eens voor het spektakel kunnen zorgen.
Dat zegt Sep Vanmarcke die voor Het Nieuwsblad het parcours van het Belgisch kampioenschap onder de loep nam. De finale is die van Binche-Chimay-Binche.
“Die kasseihelling valt op zich goed mee: steiler dan vier, vijf procent wordt het niet. Maar het zorgt er wel voor dat iedereen op zeshonderd meter van de aankomst al op zijn limiet zit”, klinkt het.
Niet de snelste, maar de sterkste renner zal het in de sprint halen. Vanmarcke denkt dan spontaan aan mannen als Merlier, Philipsen, Van Aert, De Lie en Meeus.
Belgisch kampioenschap moet geen massasprint worden
{READALSO}Al is het echt niet zeker dat het tot een massasprint zal komen. “Het begint op een kilometer van de aankomst met de kasseihelling, waarna we een technisch stuk door het centrum van Binche krijgen met enkele korte stukken kassei. Dat is de zone om aan te vallen. En wie gaat het dan controleren?”, vraagt Vanmarcke zich af.
Volgens hem zal Soudal-QuickStep niet alles op Merlier zetten, maar Evenepoel laten koersen. Ook Alpecin-Deceuninck heeft enkele renners in huis die dit aankunnen, zoals Gianni Vermeersch, Timo Kielich of Edward Planckaert. “En Lotto zal naast Arnaud De Lie ook Jenno Berckmoes uitspelen”, besluit Vanmarcke.