Vijf redenen waarom het EK wielrennen bij de mannen het moeilijk zal hebben om voort te bestaan

1. De datum

Het Europees kampioenschap vindt twee weken na de Tour en twee weken voor de start van de Vuelta plaats. Voor renners die uit de Tour komen is het soms moeilijk om de batterijen nog eens op te laden. Anderen bereiden zich met de nodige rust en trainingen voor op de Ronde van Spanje die nog komen moet. Bij het WK is dat anders. Dat vindt plaats op het einde van het seizoen.

2. Andere koersen op het programma

Bovendien duurt een EK door de voorbereidingen langer dan één dag. En dan zijn er nog andere wedstrijden. De Ronde van Polen was nog maar net gedaan en de BinckBank Tour werd al een dag na het EK gereden. Voor heel wat ploegen - de Belgische en Nederlandse teams zeker - is de BinckBank Tour heel wat interessanter qua commerciële belangen.

3. Toppers blinken uit ... in afwezigheid

In Herning vond er een echt parcours voor de sprinters plaats. Alexander Kristoff - in zijn Scandinavië - klopte Elia Viviani, maar toch waren er bij zo'n unieke kans weinig grote namen aanwezig. Geen Peter Sagan die zijn titel kwam verlengen en ook André Greipel, Marcel Kittel en heel wat andere grote namen waren niet op de afspraak.

4. De symboliek

Het Europees kampioenschap bij de mannen is na een lange afwezigheid in 2016 opnieuw in het leven geroepen. Maar de symboliek er achter is nog ver zoek. De regenboogtrui is een droom voor zowat elke renner, terwijl de Europese trui 'slechts' een symbolische trui lijkt.

5. Geringe aandacht

Ook de media-aandacht voor het Europees kampioenschap was maar schaars. Het Nieuwsblad was de enige niet-Scandinavische krant aanwezig in Herning. En dan was er nog het aantal toeschouwers op Denemarkse wegen. Zij bleven massaal in de zetel zitten.