Oliver Naesen merkt verschil met andere jaren: "Meer handelen naar aanvallen van Van der Poel en Van Aert"
Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
De Ronde van Vlaanderen van dit jaar belooft iets speciaal te worden, denkt ook Oliver Naesen. De twee-drie grote favorieten zijn bekend. Terwijl in andere edities er een heel pak favorieten waren en er nu vooral een heel pak outsiders zijn. Zo ziet Naesen het toch.
Hoe gaat het eigenlijk met 'Oli', zo richting het einde van het klassieke voorjaar? Ik heb sinds Parijs-Nice wat last van sinusitis. Dan nog die pollen van woensdag erbij." Hij blijft dus enigszins in het ongewisse over zijn huidige staat van paraatheid. Hij heeft wel een laatste portie antibiotica ingenomen, die moet hem klaarstomen voor Vlaanderens Mooiste.
GEEN PLATEAU VAN FAVORIETEN
Wat ambieert hij dan in Oudenaarde, als hij toch met een paar twijfels zit? "Mijn droom is te winnen. In vorige jaren, zoals 2017, 2018 en 2019, had je een plateau van veel favorieten. Dit jaar draait het meer om handelen naar de aanvallen van Van der Poel en Van Aert. Je kunt ook anticiperen, dat is iets anders. Maar het is wat anders dit jaar, vind ik."
Al hoeft er daarom nog niet gepanikeerd te worden. "In het wielrennen verliest de favoriet vaker dan dat hij wint. Het is wel leuk om de benen van de favoriet te hebben." Opmerkelijk: Naesen noemt Van Aert en Van der Poel, maar niet Alaphilippe. Waarom niet? "Alaphilippe hoort zeker bij de 'Grote Drie', maar ik heb hem enkel woensdag aan het werk gezien. Ik praat liever over de renners die ik al gezien heb.
Kan er voor de Ronde een plannetje gemaakt worden? "Je moet gewoon de koers nemen zoals ze komt. In een koers in de bergen kun je zeggen: op de laatste col gaat de sterkste wegrijden. In de Ronde van Vlaanderen kan alles gebeuren, op elk moment. Je kunt vooraf niet voorspellen wat er gaat gebeuren. Op de tweede passage op de Kwaremont moet je wel de kansen grijpen als die zich voordoen."
GEEN STEKEN LATEN VALLEN
Positionering is key. "Je moet goed vooraan zitten en je momenten kiezen. Het is niet zo makkelijk dat je kunt zeggen: ik heb een plan en niemand gaat me proberen te volgen. Vanaf de tweede passage op de Paterberg tot de laatste passage mag je geen steken laten vallen. Als je bij de eersten blijft, denk ik dat het podium binnen handbereik is. Da's allemaal gemakkelijk gezegd op voorhand natuurlijk."
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief