Merckx komt terug op de dood van zijn gangmaker én geeft toe: "Ik ben nu de slechtste van de bende als we fietsen"

Sander De Graeve
Sander De Graeve
| 14 reacties
Merckx komt terug op de dood van zijn gangmaker én geeft toe: "Ik ben nu de slechtste van de bende als we fietsen"

Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!

Eddy Merckx is er bijna 73, maar stapt nog drie keer per week de fiets op. De Kannibaal wordt dan wel pijn gedaan door zijn vroegere knechten, veranderen zal hij niet meer.

Merckx blijft de legende, ook al verkiest hij de stilte. Fietsen zal hij blijven doen. "Mijn lichaam vraagt dat. Rij! Zweet! Als ik een week thuis ben zonder te rijden, dan word ik een klein beetje zot. Maar mijn lichaam doet erg zeer. Ik ben beperkt in wat ik doe. Moet mijn eigen tempo rijden. Ik heb een pacemaker en vorig jaar heb ik nog een longembolie gehad. Ik kan niet anders dan naar mijn lichaam luisteren. Niets forceren", aldus Merckx in Het Nieuwsblad.

Zijn fietsgezelschap maakte zijn glorieperiode mee van op de eerste rij. "Ik rij met mijn oude ploegmakkers. Mannen die toen reden voor mij. Jos Spruyt, Karel Rottiers en Jos De Schoenmaecker. Langs het kanaal van Willebroek. De kopman is de slechtste van de bende geworden."

De pijn van de kampioen

“Ik heb eigenlijk altijd pijn in mijn rug, maar dat is al sinds mijn val op de piste in Blois. Op 9 september 1969. Dat was in een dernycrite­rium. Mijn gangmaker Bernard Wambst stierf toen. Ik ga dat nooit vergeten. Sindsdien heb ik mijn rug altijd gevoeld."

"Vier jaar geleden ben ik ook nog eens gevallen tijdens een ritje met de vrienden. Ik reed tegen het achterwiel van mijn maat en plots lag ik op de grond. Kraakbeen in mijn knie getoucheerd. Geopereerd. Mijn heup ook. Maar de ergste keer was toch in 1975. Toen ben ik in de Tour met een gebroken kaak verder gereden. Waanzin.”

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Nieuwste reacties