Mathieu van der Poel en Wout Van Aert laten zich uit over verre verplaatsing naar Hamme na Wereldbeker in Zeven
© photonews
Het is weer een druk crossweekend. Na de Wereldbeker in het Duitse Zeven moesten de veldrijders meer dan 500 kilometer rijden om vandaag in Hamme aan de start te komen. Mathieu van der Poel en Wout Van Aert kunnen er voor één keer mee leven.
"We kunnen jammer genoeg niet altijd de luxe hebben om maar een half uur te moeten rijden", aldus Mathieu van der Poel. "Ideaal is het natuurlijk niet om na een WB-cross in hetzelfde weekend nog een andere klassementscross te moeten rijden. Maar op zich kan ik er wel nog mee leven. Het hoort er nu eenmaal bij dat we soms een verre verplaatsing moeten maken."
"Ik zou erover kunnen klagen, maar iedereen moest die verre verplaatsing maken"
Een mening die ook collega en wereldkampioen Wout Van Aert volgde. "Ik zou erover kunnen klagen, maar iedereen moest die verre verplaatsing maken, dus op zich valt dat wel nog mee", zegt Van Aert in HLN. "Ik vind het ook wel goed dat we opnieuw naar Zeven gegaan zijn. Er waren meer lokale sponsors, er was meer volk en het parcours was beter."
Bovendien graaft Van Aert in het verleden. "En weet je, het kan ook altijd erger: twintig jaar geleden reden ze in hetzelfde weekend in Tsjechië en in Nederland. En de week erna moesten de crossers al naar Zwitserland gaan. Dus al bij al viel dit wel mee", besluit Van Aert.