Wout van Aert doet een heel eerlijke bekentenis over zijn strijd met Mathieu van der Poel
© photonews
Wout van Aert komt al zijn hele leven Mathieu van der Poel tegen. Voornamelijk in de voorjaarsklassiekers heeft de Belg al vaak de duimen moeten leggen voor de Nederlander.
Het besef lijkt ook bij Wout van Aert aanwezig dat er enkele groten der aarde zijn tegen wie hij het moeilijk heeft. In een interview in Het Nieuwsblad wordt stilgestaan bij zijn reactie na de Ronde van Vlaanderen eerder dit jaar. Van Aert was toen behoorlijk tevreden met een vierde plaats in Vlaanderens Mooiste. Geen spoor van teleurstelling was er.
Ongetwijfeld had hij pakweg vijf jaar geleden nog heel anders gereageerd op zo'n resultaat. Van Aert erkent dat ook en weet dit te kaderen. In 2020 wou hij zichzelf nog absoluut zien als de beste wielrenner of één van de beste wielrenners ter wereld. Als het resultaat in een wedstrijd niet matchte met dit sentiment, was hij heel teleurgesteld.
Van Aert heeft een uitzonderlijke dag nodig
Van Aert geeft toe dat er nu bij hem een ander gevoel heerst. Hij denkt dat hij een Van der Poel, een Pogacar en zelfs een Pedersen wel kan kloppen, maar geeft toe dat hij dan zelf een uitzonderlijke dag moet hebben. Bovendien is het ook niet iets hij elke dag van het jaar kan doen. Die realiteit is bij Van Aert immers wel doorgedrongen.
Dit zorgt er voor dat hij ook een vierde plaats in zo'n klassieker best wel weet te waarderen. Van Aert wijst ook naar de omstandigheden die er waren omtrent de Ronde van Vlaanderen van 2025. In de aanloop naar die Ronde van Vlaanderen leek het er niet op dat hij beter zou zijn dan topfavorieten Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar.
Verwachtingspatroon Van Aert bijgesteld
{READALSO}Dit had het verwachtingspatroon bij Wout van Aert blijkbaar wel stevig bijgesteld. Hij ging nog wel voor het maximaal mogelijke, maar wist vooraf ook dat het heel erg moeilijk ging zijn om te winnen. Uiteindelijk was hij dus tevreden met een vierde stek.