Heeft hij gelijk? Herygers spreekt klare taal over veldrijden als olympische discipline
© photonews
De discussie rond veldrijden en veldlopen als mogelijke olympische disciplines in 2030 zorgt voor verdeeldheid. Paul Herygers geeft zijn zakelijke kijk op de situatie en benadrukt de impact die een olympische status kan hebben op de sport.
Internationale weerstand en steun
Afgelopen week maakten verschillende wintersportfederaties duidelijk dat zij tegen de toevoeging van zomersporten aan de Winterspelen zijn. Zij vrezen dat het merk, het erfgoed en de identiteit van de Winterspelen daardoor verwateren. Het is nog onzeker of hun lobbywerk effect zal hebben.
Daartegenover staat de steun van Sebastian Coe, voorzitter van de internationale atletiekfederatie. Hij gaf eerder aan dat de kans groot is dat veldrijden en veldlopen in 2030 deel zullen uitmaken van de Winterspelen. Deze uitspraak voedt de hoop bij voorstanders van een uitbreiding van het programma.
Standpunt van Paul Herygers
Herygers maakt duidelijk dat hij het protest niet waardeert. “Laat ons hopen dat de Brit gelijk krijgt. Ik vind deze tegenkanting alleszins niet tof”, zegt hij aan Het Belang van Limburg. Hij geeft aan dat hij tien tot vijftien jaar geleden nog sceptisch stond tegenover een olympische status voor veldrijden, maar dat hij vandaag een andere houding heeft.
Volgens hem is er na jaren van discussie een draagvlak ontstaan. Hij stelt dat een opname in het olympisch programma de sport een belangrijke impuls zou geven. Daarbij wijst hij op het potentieel om nieuwe doelgroepen aan te trekken, waaronder jonge vrouwen die momenteel de sport links laten liggen.
{READALSO}Tijdens het Europees kampioenschap in Middelkerke zag Herygers dat landen als Portugal grote inspanningen leverden om zich te tonen. Dat verraste hem, aangezien dergelijke landen traditioneel weinig nadruk leggen op veldrijden. Hij verwacht dat ook Tsjechië en Zwitserland opnieuw sterker zullen inzetten op de discipline wanneer een olympische erkenning volgt.
Daarnaast noemt hij Canada als voorbeeld van een land dat telkens aanwezig is wanneer het ertoe doet. Hij verwijst daarbij naar de prestaties van de zusjes Holmgren, die volgens hem illustreren dat veldrijden internationaal breder gedragen kan worden.
Herygers besluit dat men zich niet moet fixeren op sneeuw of ijs als noodzakelijke elementen voor een olympische cross. “Leg die lat niet zo hoog, zou ik zeggen. Wat is er mis met een zompige wei en winterse temperaturen? Dat zijn toch ook smakelijke ingrediënten voor een spannende cross?”, besluit hij.