Dit was het wegseizoen 2020 (3): Pogačar stunt in Tour ondanks harde werk van Van Aert, Roglič reageert wel in Vuelta

Dit was het wegseizoen 2020 (3): Pogačar stunt in Tour ondanks harde werk van Van Aert, Roglič reageert wel in Vuelta
Foto: © photonews

Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!

De koersen zijn gereden, de winnaars bekend. Tijd om de balans op te maken. Tadej Pogačar: hij was de grootste winnaar als het op de grote ronden aankomt. Hij ging met de grootste kluif aan de haal: de eindzege in de Tour. Terwijl het daar twee dagen voor het einde niet zo naar uitzag.

De Tour werd eigenlijk aangekondigd als het duel tussen titelverdediger Egan Bernal en Primož Roglič. Oftwel: Ineos vs Jumbo-Visma. In de aanloop naar de Tour was al duidelijk dat Jumbo-Visma Ineos eigenlijk onttroond had als sterkste ploeg voor grote ronden. Het kopieerde zowat de aanpak van het Britse team en sleurde in vele belangrijke ritten kilometers lang aan de kop.

Daar moet je dan wel het personeel voor hebben en dat hadden ze bij Jumbo-Visma. Met onder andere een verbluffend sterke Wout van Aert, die ook in de Tour zijn superseizoen in de verf zette. Van Aert won twee ritten en had gerust voor de groene trui kunnen gaan, als zijn ploeg hem niet zo nodig had. Wat nog het meest verbaasde is hoe sterk Van Aert ook was in de bergen.

Van Aert klauterde vaak met de besten mee naar boven. In de rit waarin Bernal finaal kraakte, was Van Aert eigenlijk de beul van dienst. Roglič begon aan de klimtijdrit naar La Planche des Belles Filles met een bonus van 57 seconden op Pogačar. Dat leek een geruststellende voorsprong, maar niets was minder waar. Pogačar had een superdag nodig om de Tour nog te winnen, en of hij die kende.

Pogačar verbaasde de wereld door een wonderbaarlijke tijdrit af te werken. Liefst 1'21" sneller dan Dumoulin. Als Roglič dezelfde tijd had neergezet als zijn ploegmaat, had hij nog niet standgehouden. De averij voor de Sloveen in de favorietenrol was nog groter. Zijn landgenoot won de Tour met 59". Ook het vermelden waard: Alaphilippe legde in de Tour zijn basis voor de supercompensatie die hem de wereldtitel bezorgde in Imola.

De Giro begon met vijf favorieten: Nibali, Fuglsang, Kruijswijk, Thomas en Simon Yates. Topfavoriet Thomas viel over een drinkbus en mocht naar huis nog voor de grote ronde goed en wel begonnen was. Kruijswijk en Yates gingen naar huis wegens corona. Nibali stelde teleur, ook Fuglsang was niet goed genoeg. Dat opende perspectieven voor verrassende namen.

Almeida was de revelatie en reed lang in het roze. Kelderman leek over goede papieren te beschikken om over te nemen aan het einde van de Giro, maar het beste was er bij hem dan ook al af. Zo werd het een tweestrijd tussen diens jonge ploegmaat Hindley en Geoghegan Hart. Die begonnen de afsluitende tijdrit in dezelfde seconde. Geoghegan Hart won de Giro nog met 39 seconden.

In de Vuelta kregen we het te verwachten duel tussen Carapaz en Roglič. Die laatste had in de Tour dus een geweldige optater gekregen, maar herpakte zich dus wel goed en haalde het in de Vuelta wel. Zij het nipt. Een demarrage van Carapaz in de laatste bergrit kreeg de kloof met Roglič niet meer gedicht. Roglič had bij aankomst in Madrid nog 24 seconden over, goed voor zijn tweede eindwint op rij in Spanje.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Nieuwste reacties