Remco Evenepoel zit sinds zijn comeback al constant met iets in zijn hoofd: hij heeft er heel erg gemengde signalen over gekregen

Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Vanaf het moment van zijn comeback speelt het al constant door het hoofd van Remco Evenepoel: hoe zit het met die explosieve inspanningen van één à twee minuten? Dat was misschien wel zijn grote vrees.
Remco Evenepoel had een goede basis gelegd, maar het was toch zeer de vraag hoe hij die intense inspanningen van één à twee minuten zou verteren. Die kun je ook wel simuleren maar dan ondervind je niet wat het is om te antwoorden op versnellingen van tegenstanders. Enkel de wedstrijden kunnen aantonen hoe het echt zit.
Zijn prestatie en overwinning in de Brabantse Pijl namen op dat vlak veel twijfels weg. "Dat was niet slecht, neen. Ik heb veel antwoorden gekregen op al die vragen. De trainers worden betaald om onze cijfers uit te lezen. Ik ga het aan Koen Pelgrim en de rest van de trainersstaf overlaten om alles te analyseren. Het zit sowieso goed, hé", zei Evenepoel er daarna over.
Trainingen met vader Evenepoel lonen
De comebackman was er in Overijse vooral tevreden over dat hij na de laatste twee kilometer op kop te rijden ook nog de sprint kon afronden. "Dat toont toch aan dat het in orde was. Ik ben met mijn papa gaan trainen achter de brommer. Ik heb op training een paar sprintjes achter de brommer getrokken. Dat heeft mij wel veel extra opgeleverd."
Het is uiteraard lang niet de enige trainingsarbeid die Evenepoel de laatste maanden verricht heeft. "Daarnaast heb ik nog blokjes gedaan van één à twee minuten. Het was wel nodig om klaar te zijn." Een paar koersen later kreeg hij dan weer heel andere signalen. In de Waalse Pijl kwam het ook aan op zo'n korte inspanning, weliswaar op een héél steile aankomst.
Luik ligt Remco meer dan Hoei
In Hoei kwam die laatste inspanning er helemaal niet uit bij Evenepoel. Daar had Remco ook een verklaring voor en het was ook een erg specifieke aankomst. In Luik-Bastenaken-Luik komen er bergop ook langere inspanningen bij en dat ligt hem wellicht toch nog een stukje beter.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief