Zorgen Noord-Franse voor ellende in de Tour? Philipsen weet waarom ze zo gevaarlijk zijn

Foto: © photonews
Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Voor het eerst sinds 2020 krijgt een sprinter nog eens de kans om de eerste gele trui in de Tour te pakken. En dat zal voor chaos en stress zorgen, weet ook Jasper Philipsen.
In 2020 sprintte Alexander Kristoff in Nice naar de eerste gele trui, sindsdien was de eerste gele trui niet meer voor een sprinter. In 2021 won Alaphilippe solo in Landerneau, in 2022 pakte Lampaert geel in de tijdrit in Kopenhagen.
Adam Yates pakte dan weer geel in het Baskenland in 2023, Bardet zorgde vorig jaar in Rimini voor een stunt. In Rijsel zijn de sprinters dit jaar eindelijk opnieuw aan zet. Merlier, Philipsen en Milan zijn de topfavorieten.
Philipsen over gevaarlijke wegen in Noord-Frankrijk
Ook vluchters, zoals Bardet vorig jaar, zullen hun kans ruiken en de klassementsrenners zullen geen tijd willen verliezen. Op de smalle Noord-Franse wegen zou het dus wel eens bijzonder gevaarlijk kunnen worden.
Dat beseft ook Jasper Philipsen. "Ik zou willen dat ik het kon tegenspreken. Er gáán weer risico’s genomen worden, het zál nerveus zijn en de kans op valpartijen ís reëel", zegt hij bij Het Nieuwsblad.
De Noord-Franse wegen zijn zelden in goede staat. "Veel meubilair, slecht asfalt", weet Philipsen. Er zal hier en daar wel nieuw asfalt liggen, maar hele parcours een nieuw laagje geven zal te prijzig zijn. "Dus ja, als er straks te veel gevallen wordt, zal dat ongetwijfeld weer stof doen opwaaien."
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief