Greg Van Avermaet houdt zijn hart vast: "Schuld van Evenepoel en Pogacar"

Volg Wielerkrant nu via WhatsApp!
Het wielrennen is de laatste jaren stevig geëvolueerd. De absolute toppers beginnen steeds jonger en jonger zich te laten gelden.
Vroeger beleefde een renner op zijn dertigste de beste periode van zijn carrière, maar volgens Greg Van Avermaet ligt het hoogtepunt nu al veel vroeger.
“Nu ligt die piek rond 26 à 27 jaar”, vertelt hij aan Het Laatste Nieuws. “Alles is een beetje opgeschoven. Ik ben vorig jaar een keer op stage geweest met enkele junioren. Dan zie je hoe professioneel die jongens al met hun vak bezig zijn.”
De professionaliteit komt dus veel vroeger, waardoor er grotere stappen gezet worden en er dus ook veel sneller resultaten geboekt worden bij de profs. Dat is mooi voor echte toptalenten, maar voor andere renners is dat een groot probleem.
“Ik ben bang dat jonge renners niet veel tijd meer zullen krijgen om zich te manifesteren”, gaat Van Avermaet verder. “Er is meer druk en dat heeft natuurlijk veel te maken met mannen als Evenepoel en Pogacar, die al op heel jonge leeftijd fenomenale prestaties hebben neergezet.”
Jonge renners onder de absolute top moeten volgens Van Avermaet voldoende kansen krijgen, zodat ze op een dag toch tegen die toppers kunnen winnen. Zoals Skjelmose bijvoorbeeld in de Amstel Gold Race.
“Dat maakt het net mooi: dat zo’n mannen, wanneer ze hard werken en de juiste dingen doen, ook koersen kunnen winnen”, besluit Van Avermaet.
Schrijf je nu in voor de Wielerkrant nieuwsbrief